De Vlagzalm

De Vlagzalm


De vlagzalm is een aparte soort, Thymallus thymallus L. De naam is afkomstig van de geur van verse tijm, waarnaar hij ruikt als hij pas is gevangen. Sommigen vinden echter dat ze meer naar komkommer ruiken. Hoe het ook zij, de vlagzalm heeft een vetvin en dat duidt in elk geval op een verwantschap met de salmoniden. Ze behoren dus daadwerkelijk tot de ‘game fish’; de ‘ware sportvissen’

De paaiperiode van de vlagzalm, in het voorjaar, valt samen met de dooi van de rivieren in Arctische streken, waar de soort waarschijnlijk haar oorsprong vindt. Omdat deze paaiperiode gelijk is aan die van witvis worden ze door de waterschappen (en anderen die niet goed op de hoogte zijn), in de meeste gevallen ten onrechte in dezelfde categorie geplaatst (in het Engels: coarse fish).

In feite nemen ze de vlieg veel vastberadener dan de forel of beekridder en worden ze minder gemakkelijk verstoord door beginnende vliegvissers en foutieve worpen. Het zijn ware sportvissen, de belangrijkste in Canada en het grootste deel van Europa. Hun gretige aasgedrag na het sluiten van het forelseizoen, maakt ze van bijzondere waarde voor de vliegvisser. Door het vissen op vlagzalm wordt zijn visseizoen namelijk met enkele maanden verlengd. Ondanks zijn kwaliteit als sportvis is de vlagzalm lange tijd ondergewaardeerd en werd ze zelfs beschouwd als schadelijk, voornamelijk in forelrivieren, en in het bijzonder in de UK.


In de eerste jaren groeien ze gewoonlijk niet sneller dan beekforellen. Kleine vlagzalmpjes zijn inderdaad vaak niet aflatende en irritante belagers van de vlieg, maar welbeschouwd leveren ze, als ze wat groter zijn geworden, ook een grandioze sport. Vooral aan een lichte uitrusting.

Tijdens de laatste ijstijd drong de Arctische ijsmassa ver door naar het zuiden van Europa en Noord-Amerika. Vrijwel al het planten- en dierenleven werd volledig vernietigd. De vlagzalm echter overleefde door uit te wijken naar schuilplaatsen in Noord-Amerika en het Donau bassin van waaruit hij na het smelten van het ijs langzaam maar zeker weer opnieuw Canada, Azië en Europa introk.


De Europese en Arctische vlagzalm behoren tot twee verschillende soorten : de Europese vlagzalm (Thymallus thymallus) en Arctische vlagzalm (Thymallus arcticus). De laatste komt voor in Azië en Noord-Amerika. Waar beide soorten gezamenlijk voorkomen (bv de Pechora rivier ten westen van de Oeral) komen hybriden van beide soorten voor. Of die zelf weer vruchtbaar zijn, is niet bekend. De belangrijkste uiterlijke verschillen tussen deze twee soorten: de ‘vlag’ van de Arctische vlagzalm is nóg veel groter dan die van de Europese vlagzalm, en de bek van de Arctische vlagzalm is groter dan die van de Europese vlagzalm en reikt tot aan het oog en soms zelfs daar voorbij.

Voordat de Britse eilanden gescheiden werden van het Europese vasteland, had de vlagzalm zich al verspreid naar de oostelijke en noordelijke Britse rivieren. In het westen en in Wales bleven ze echter beperkt voorkomen. In Ierland komen ze in het geheel niet voor. Vanaf de 18e eeuw zijn ze uitgezet in Schotse en Zuid-Engelse rivieren. Hoewel ze van herkomst snelle rivieren prefereren met rotsige en stenige beddingen, hebben ze zich prima aangepast aan de vele verschillende riviertypes in Europa en kun je ze zelfs aantreffen in verbazingwekkende kleine stroompjes. Ze verspreiden zich gedurende de zomermaanden naar alle kanten, maar in de koudste maanden staan ze in scholen in de diepere gedeelten van de rivieren.



Je kunt de vlagzalm ook vinden in meren en meertjes (vooral in de Scandinavische landen, Canada, Alaska, Siberië en zelfs in de Alpen), echter alleen indien dit water deel uitmaakt van een rivieren- of bronnensysteem. Dan is er voldoende koud en vers water, en zijn de omstandigheden geschikt voor het voortbrengen van nageslacht.

In Nederland komt de vlagzalm niet tot nauwelijks voor. Er zijn op zich wel geschikte biotopen, denk aan beken in Limburg, Brabant en de Achterhoek, maar de vlagzalm is erg gevoelig voor o.a. verontreiniging en verstoring van de habitat. Als gevolg van een beheer gericht op afwatering in plaats van natuurbehoud, incidentele lozingen van agrarische bedrijven en andere verontreinigingen, is er eigenlijk nergens in Nederland een veilige plaats voor een stabiele vlagzalmpopulatie. En dan hebben we het nog niet eens over predatie door aalscholvers, iets waar de vlagzalm als soort extra gevoelig voor is, omdat ze in scholen leven. Daarom is de onderstaande foto een heel unieke. Deze vlagzalm werd in 2010 door GS lid Rob Dings gevangen in een beek ‘ergens in Brabant’.

© Hans van Klinken, met bijdragen van Bert Vosters en Rob Dings.
Overnemen alleen na toestemming! Vraag dat via het 
contactformulier.


Share by: